Brief aan Minister Faber
Benjamin Samadi
Rotterdam 16 oktober 2024.
Geachte mevrouw Faber, Minister van Migratie,
Graag wil ik mij eerst aan u voorstellen. Mijn naam is Benjamin Samadi. Ik ben 29 jaar oud en woon in Rotterdam.
Toen ik 16 jaar oud was, ben ik alleen naar Nederland gevlucht. Het duurde zes jaar voordat ik een verblijfsvergunning kreeg van de IND. Momenteel werk ik in de zorg, en ben daarnaast werk ik als vrijwilliger bij Stichting ROS in Rotterdam. In 2015 ben ik uitgeprocedeerd en moest ik het asielzoekerscentrum (AZC) verlaten, waardoor ik illegaal werd.
Mevrouw Faber, deze periode was bijzonder moeilijk voor mij. Zonder geld om te eten, drinken of kleding te kopen, wist ik vaak niet wat ik moest doen. Ik had ook geen vaste plek om te slapen en heb zelfs een nacht onder de Erasmusbrug geslapen dat was erg koud. Dankzij de kerk kwam ik in contact met Stichting ROS, die mij een kamer en 50 euro per week gaf om van te leven. Ik woonde daar ongeveer een jaar.
Mevrouw Faber, ik kan me niet voorstellen waar ik terecht zou zijn gekomen als Stichting ROS er niet was. Daarom doet het mij enorm veel pijn om te horen dat deze stichting mogelijk geen financiële ondersteuning meer krijgt. Op dit moment wonen er 20 vrouwen bij Stichting ROS, allemaal zonder documenten en dus zonder recht om te werken of in aanmerking te komen voor sociale voorzieningen.
Ik wil u vragen om bij uzelf na te gaan: wat zou u doen als u, als vrouw, in dezelfde situatie zou verkeren? Wat zou u doen als de overheid of gemeente u zou vertellen dat u geen geld meer krijgt voor eten en drinken en ook uw onderdak moet verlaten? Het antwoord op deze vraag is niet alleen een kwestie van wetgeving, maar ook van medemenselijkheid.
Ik hoor heel vaak het woord bezuinigen. Ik begrijp echt niet waarom er op deze manier wordt bezuinigd.
Ik werk in de zorg, en op sommige locaties is er een tekort aan personeel door deze bezuinigingen. Ik help mensen die 100 jaar oud zijn, mensen die veel hebben bijgedragen aan Nederland. Aan het einde van hun leven wordt op alles bezuinigd, zelfs zo erg dat er soms geen koekje meer bij de koffie is vanwege de zuinigheid.
Afghanistan, het land waar ik vandaan kom, heeft 41 miljoen inwoners, waarvan 49% vrouwen zijn. Deze vrouwen hebben onder het regime van de Taliban geen rechten: ze mogen niet werken, niet zonder mannelijke begeleiding de straat op, en zelfs niet naar school.
In Nederland, een land waar ik trots op ben vanwege onze democratie en vrijheid, vraag ik me af hoe we deze vrouwen kunnen behandelen zonder de kern van onze democratische waarden te verliezen. Als we ook zo moelijk omgaan met mensen, waar is verschil tussen hun en Nederland?
Ik vraag u daarom vriendelijk om Stichting ROS financieel te ondersteunen. Deze vrouwen, zoals wij, zijn mensen, ongeacht waar ze geboren zijn. Bij voorbaat dank voor uw aandacht en begrip.
Met vriendelijke groet,
Benjamin Samadi