Vrijwillige terugkeer: Het verhaal van H.
In de jaren van Covid-lockdowns kwamen meerdere Bengalen op het spreekuur, omdat ze tussen wal en schip waren beland. De internationale studenten verloren bijbaantjes, konden hun studie niet meer betalen, raakten hun visums kwijt. Hier een verslagje (met toestemming gedeeld) van H., die in een diep dal belandde en daar uit kon komen met hulp van haar familie en onze begeleiders. Ze keerde terug naar Bangladesh.
H., een jonge vrouw uit Bangladesh, startte in 2020 haar studie aan de Hogeschool Rotterdam met een studievisum. In 2021 wordt haar studievisum echter ingetrokken door de IND en kon ze haar studie niet langer voortzetten. Aan het eind van dit jaar wordt H. aangetroffen op straat; aan de politie verklaart zij rondgereisd te hebben door Europa. Na wat doorverwijzingen binnen Rotterdams hulpverlenersland komt ze uiteindelijk bij ROS uit.
Al snel na een eerste, enigszins warrige kennismaking raakt H. zoek. De politie en alle andere organisaties die heer kenden worden ingelicht over de vermissing, maar pas na maanden horen we iets: we worden gebeld door de broer van H., die ook naar haar op zoek is. Weer later horen we dat zij in het detentiecentrum te Soesterberg is geplaatst.
In het detentiecentrum verbleef H. negen maanden. Doordat ze steeds de Covid-19 test weigerde was een gedwongen uitzetting naar haar geboorteland Bangladesh niet mogelijk. Uiteindelijk werd duidelijk dat uitzetting niet zou gaan plaatsvinden, dus werd ROS werd gebeld dat ze per taxi naar de opvang in Rotterdam zou worden gebracht.
Bij aankomst bij ROS zag H. er zeer slecht uit, er was moeilijk contact te maken en ze vertoonde soms bizar gedrag. Ze zat psychisch diep in de put, iets wat in de detentieperiode blijkbaar niet is opgemerkt. Na veel aandringen kon ze een behandeling starten bij het centrum voor interculturele psychiatrie Veldzicht. Daar hield ze het na een paar weken wel gezien, want ze miste haar plekje in de ROS opvang. Toch heeft die korte opname veel verschil gemaakt, gesprekken waren met medicatie veel beter mogelijk. Ze kon nu ook aangeven dat ze haar broer miste, die ons had benaderd. Met toestemming van H. konden we dit contact herstellen en kwamen we eindelijk meer te weten over haar achtergrond.
Vanaf toen zijn er veelvuldig gesprekken gevoerd, met ondersteuning van de broer, over de mogelijke toekomstperspectieven en de wens voor en van H. om weer gezond te worden. De gesprekken hebben geleid tot het maken van een keuze tussen illegaal verblijf in Nederland en het terugkeren voor een legaal verblijf in Bangladesh. Uiteindelijk hoopt H. weer verder te kunnen studeren, maar daarvoor moet ze eerst nog verder herstellen met hulp van haar familie.
Daarom zijn er binnen het Vice Versa-project met H., haar broer en haar ouders plannen gemaakt. Het terugkeerbudget zou ze gaan besteden aan het starten van een vervoersbedrijfje in Bangladesh, door het verhuren van een tuktuk met hulp van haar familie. Met de ondersteuning van IOM voor het ticket en medische escort door haar broer is H. op een lenteochtend op het vliegtuig gestapt.
Op afstand heeft ROS nog contact met H. Haar familie is erg blij haar weer te zien, haar broer is ROS erg dankbaar voor de opvang, hulp en ondersteuning bij het herstellen van het contact. In Bangladesh is H. nog steeds bezig met het opstarten van een Tuktuk-verhuur bedrijfje, zodat ze stabiel inkomen genereert, maar dit is nog niet gelukt. Haar wens is om haar studie aan de Erasmus Universiteit ooit, legaal, af te maken.